Door Ad Klein – Director Consultancy bij Open Line.
Windows en Linux, het lijkt haast als Ajax en Feyenoord. Je bent voor het één of voor het ander, maar je kunt blijkbaar niet tegelijkertijd fan van beide zijn. Werken op basis van een open source – of een closed source platform verschilt zo wezenlijk van elkaar dat dat automatisch ook een ander profiel IT-ers aantrekt. Het lijkt daarmee vaak een kwestie van ‘of-of’, maar is er ook een manier om te komen tot ‘en-en’?
Open source vraagt om daadkracht en regie
Windows programmeurs en – beheerders zijn, dat merken we dagelijks, een ander slag mensen dan open source adepten (noem ze geen nerds maar geeks vinden ze zelf). Een Linux-specialist weet precies hoe de (zijn) code in elkaar zit. Als een door hem of haar (ze zijn in de Linux wereld nog in de minderheid!) gebouwde applicatie niet goed werkt, kan hij bijna altijd zelf verklaren waarom iets mis ging. En als hij toch niet begrijpt waarom iets niet werkt zoals zou moeten, dan is er een grote community die hij kan raadplegen. Grote kans dat iemand anders al eens tegen exact hetzelfde probleem is aangelopen en een oplossing heeft bedacht of ‘m op weg kan helpen. Je moet als Linux-ontwikkelaar wel zelf de regie pakken. Afwachtende types redden het niet in dit wereldje.
Closed source kan wel wat ‘letting go’ gebruiken.
Hoe anders is dat als je met systemen werkt die een gesloten broncode kennen, zoals Windows. Dan ben je als ontwikkelaar afhankelijk van de helpdesk op het moment dat Windows (-toepassing) onvoorspelbaar reageert en je het even niet meer weet. Je moet dan in staat zijn het probleem los te laten, over te dragen. Dat vraagt om andere karaktereigenschappen. ‘Letting go’ komt dan wel van pas.
Hybride Linux én Microsoft platform
Door die verschillen zie je dat Linux – en Microsoft teams in de meeste bedrijven soms ver bij elkaar vandaan staan. En dat is jammer, want er zijn zulke mooie dingen mogelijk als je bijvoorbeeld RedHat OpenShift combineert met Microsoft Azure Stack. Een hybride platform dat het voor klanten mogelijk maakt om vanuit hun bestaande platformen geleidelijk te migreren naar een wereld waarin flexibiliteit en snelle aanpasbaarheid key is.
Zo’n hybride platform functioneert alleen écht optimaal als Linux – én Microsoft teams oprecht in elkaars werk geïnteresseerd zijn. Als zij samen op zoek willen gaan naar verbeteringen. Als ze samen met de situatie van de klant voor ogen naar de probleemstelling durven kijken. Als ze elkaars bril durven opzetten en vanuit de kracht van beide omgevingen gaan redeneren.
Nieuwsgierigheid kun je niet afdwingen
Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, je kunt het niet formeel vastleggen en organiseren (en eigenlijk wil je dat ook niet). Natuurlijk kan een manager samenwerking tot op zekere hoogte afdwingen maar dat is niet hetzelfde. En natuurlijk kun je met werkafspraken ervoor zorgen dat teams elkaar op de hoogte houden en opzoeken. Maar het management kán niet afdwingen dat de teams écht nieuwsgierig zijn naar elkaars werkomgevingen of dat ze hun verschillende karaktereigenschappen combineren en juist die verschillen inzetten als kracht. Je kunt als management wél de omstandigheden scheppen waarin je dit optimaal faciliteert en stimuleert en er een synergie van ‘en-en’ kan ontstaan.
En werkt ’t, ons ‘en-en’ klimaat? Als zo’n samenwerking goed loopt merk je vanzelf dat je mooie dingen kunt ontwikkelen en dat laten we al bij meerdere klanten zien. RedHat OpenShift ligt dan meestal aan de basis van een innovatieve toepassing die naadloos integreert met andere applicaties die bijvoorbeeld op een Microsoft-platform (Azure) draaien. Open Line combineert deze twee werelden in een ideale mix en zorgt er daarmee voor dat klanten uit beide het maximale kunnen halen. Dus ik zeg: “Ja, het werkt”, en het vergt continue aandacht om ook de ideale mix te vinden en te behouden binnen onze teams. Maar dat is wel waar ’t succes begint.
Meer weten over wat de Open Line combinatie van Linux en Microsoft voor je kan betekenen? Neem dan eens contact op met orta@openline.nl.
Leuke blog Ad 🙂